Gisteren was het een lokale hoogdag in een naburig dorp. Je hebt hoogdagen waar heiligen voor gestorven zijn en je hebt er als deze: dorpsfeesten waar de Romeo’s komen optreden. Dat is een vergelijking die niet opgaat, maar een mens moet wat. Het feest was al van vrijdag aan de gang en de vermoeidheid was bij de meeste tegen het uur van aanvangst al terug weggedronken. Ik had besloten de zondag nuchter door te brengen. De zaterdagavondglazen waren diep en ik keek er in. Mezelf laten vangen, het overkomt de besten. Half dronken is een gebrek aan karakter, daar is ook iets van waar.
Strak in het pak, witte microfoon en al even hagelwitte glimlach, bestegen de drie vrouwenharten-sneller-doen-kloppers het podium. Ze waren kopieën van zichzelf en ik was nuchter. Vol jolijt kweelden ze de nieuwe Vlaamse hymne ‘Vlaanderen Feest’. Hun gemaakte glimlach, de obligatoire reclameboodschappen tussenin, de zon en mijn nuchterheid vloeiden samen op deze hoogdag. Ik dronk bruisend water tegen de dorst en verzonnen cola voor de goesting. Rondom mij was een uitzinnige menigte uit zijn dak aan het gaan, verloren brave huisvrouwen even hun beschaafde kant en zochten verloren echtgenoten elkaars gezelschap of het EK op. Ik liet het hele tafereel gebeuren en keek er naar.
Drie eigen nummers lang en heel wat medleys verder, kwamen we uit waar we begonnen waren. Nog één keer de nieuwe single uit de nieuwe cd. Nog één keer ‘Vlaanderen Feest’ en kwelende, kwijlende vrouwen. En dan zou het voorbij zijn. Nuchterheid is een kwelling.
Ik besloot mezelf te belonen met een jagersworst in frietvet, omdat ik dit overleefde. Calorieën als magere troost. Terwijl ik vakkundig niet morste en het geheel van andalouse voorzag, waren de gladde jongens verdwenen. De boterham verdiend, op naar het volgend volksfeest.
Één van de organisatoren kwam trots bij me staan:
“Sympathieke kerels hoor,” glunderde hij. “Helemaal geen dikke nekken.”
Ik glimlachte beleefd.
“Weet je,” zei hij aanvullend, “die linksen houdt van dikke borsten. Vrji kirls wi!”
“Viva de Romeo’s,” grapte ik.
Hij gaf me gelijk terwijl ik de laatste hap jagersworst meester maakte.
Het was een fijne dag geweest.