Mag wel
Mag niet
Of toch
Misschien
Als niemand het ziet
Mag wel
Mag niet
Of toch
Misschien
Als niemand het ziet
Zelfs met m’n ogen dicht
Zie ik
Je.
Graag.
Ik wil hier blijven, fluisterde ik.
Ik ook, antwoordde ze.
De wekker ging en de dag vatte aan.
Het leek nochtans het perfecte plan.
We waren al met twee.
Ik deed alsof
En zij gebaarde
Tot niets gebeurde
De angst bewaarde
Een stille dood
Het niets verklaarde
Zij was ziek, ik was zoek
Beiden waren we verloren en moe
De nacht omhelsde ons te kort
Aan wallen leden onze ogen
Tot de zon weer opkwam
En geen van ons
Nog iets te zeggen had
Terwijl ik schreeuwend
De nacht verwelkom
Wacht en ogenluikend
Valt de duisternis
Schijnt het stil
Tot verborgen kabaal
M’n dag weer maakt
Je kronkelt in woorden
Met een lijf vol zin
En een hoofd vol zinnen
Tot je zwijgt en nietszeggend
Nog het meeste spreekt
Trok ze plots m’n aandacht
Met tierlantijntjes stil
In honderd rake woorden
Wat ze ook maar wil
Zonder zeggen sprekend luid
Beseffend voor je ’t weet
Stiekem onderhuids