Ik loop door de straten van mijn dorp. De avond is reeds gevallen en de straatverlichting schemert mijn pad van natte trottoirs en gevallen bladeren. Her en der gaat een rolluik naar beneden of sluiten de gordijnen. Als de avond valt, dan weren we de wereld buiten. Achter onze gordijnen geven we ons niet bloot aan de nacht, althans dat denken we.
Meer nog zijn we spelers in ons eigen schaduwspel, elk vensterraam een nieuw verhaal: er wordt gelachen of gehuild, er wordt geliefkoosd of er wordt geneukt dat het een lieve lust is. Maar ook worden de kleine drama’s buiten gehouden, elk huisje en zijn kruisje. Achter onze gordijnen voelen we ons veilig, want daar ziet niemand wie we echt zijn.
Althans dat denken we. Ik weet intussen wel beter.