Mijn evenwicht is verstoord. Op één been hinkel ik door de straten en hou me vast en dorpels en drempels. Van vensterbank tot vensterbank strompel ik, één oog open, het andere half dicht geknepen. Alles lijkt te kantelen en met mijn hoofd half schuin probeer ik Eustachius en consoorten te slim af te zijn.
Aarzelend, hinkend, slenterend huppel ik het park binnen en zie de blaadjes van de bomen neerdwarrelen. Ze volgen geen rechte lijn alsof het middelpunt van de aarde zich heeft verplaatst naar ergens weg van het epicentrum. Vogels vliegen in kronkels vooraleer ze aarzelend landen op de takken van bomen. Bloemen bloeien, al doen ze dat niet meer met de trefzekerheid die ze voordien hadden.
Ik probeer op mijn andere been te hoppen, sluit beide ogen en zoek de balans. Als ik mijn andere oog open doe en mijn oren dicht hou, is het beter. Alles lijkt zich te stabiliseren ook al is dat maar schone schijn. Een hond plast schuin tegen de poort van het stadspark. Roest niet recht door zee. De wolken schuiven schrijlings langs de zon.
Op een bank zit een oude man. Hij leunt op een wandelstok en heeft zijn grijsblauwe pet schuin op het hoofd. In zijn éne mondhoek rust een zelfgedraaide sigaret waar hij consequent aan lurkt. Adem in, rook uit. Hij zit rechtop maar voorovergebogen. Zijn gelaatstrekken verraden een leven. Hij staart me aan en moet zeker en vast denken dat ik een heel bizar figuur ben. Ik haal mijn ene vinger uit m’n oor, open de ogen en ga met beide voeten vast op de ondergrond staan. Hij kijkt naar boven en aanschouwt de blauwe lucht. Ik volg zijn voorbeeld. Hij kijkt me terug aan en lacht geheimzinnig. Levenslessen uit balans. Levenslessen in balans.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=gbEwHJX95QE]