Brief aan mijn zoon (3)

Dag zoon

Vandaag is mijn laatste dag vaderschapsverlof. Dat is verlof dat ik krijg omdat jij er bent. Rafverlof. Niet enkel deze 10 dagen zullen Rafverlof zijn, alle daarop volgende zullen dat ook zijn. Morgen moet ik dus gaan werken. Boterhammen verdienen, ook al mag je deze nog niet. Centjes. Je kent ze wel, ik stop er nu en dan wat in die spaarpot van je.

Het zal me vreemd doen morgen je moeder en jezelf vaarwel te kussen. Ook al vliegen de dagen voorbij, de eerste werkdag morgen zal een eeuwigheid duren. Een dagje zonder je gegrom, gesnik, gesnurk en gegniffel. Beloof je flink te zijn? Mooi je fles te drinken? Je moeder niet onder te plassen, kakken of braken? Ze zal het op prijs stellen, daar ben ik zeker van.

Vandaag zouden we er van moeten profiteren: het is mooi weer en dan moeten we naar buiten. Maar eigenlijk willen we liever gewoon thuis zijn. Huisje spelen. Vadertje. Moedertje. Kindje. Katje. Die laatste heeft betrekkelijk veel van je weg. We gaven ze de bijnaam ‘Pieskak’ en ze jankt als ze honger heeft. Ik weet zeker dat jullie het goed met elkaar zullen vinden.

Geen uitstapjes vandaag, een beetje hangen, een beetje kijken. Een beetje profiteren van het nietsdoen en samenzijn. Ik keek vandaag al wat tekenfilmpjes met je: Looney Tunes, Merry Melodies, Wacky Races, … Het is belangrijk dat je kwaliteit leert kennen, ook al geniet ik er nu mogelijk meer van dan jijzelf. Je gniffelt. Misschien geniet je mee.

Ik laat je want het wordt nog druk vandaag: ook nietsdoen heeft zijn tijd nodig.

Tot later
Je vader

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *