Die avond aten we asperges, zoals dat bij wel meer gezinnen het geval is. Asperges à la Flamande, op zijn Vlaams zeg maar. Je neemt wat asperges, schilt ze, stoomt ze en laat ze daarna kort nog even de pan zien. Je overgiet het geheel met geklaarde boter en een gekookt eitje. Uiteraard geef je het gerechtje een eigen toets, Peter Goossens nog aan toe. Kort samengevat een gerecht waar in de grond niet zo heel veel werk aan is. Bovendien is het aspergeseizoen, dus we zouden gek moeten zijn om er niet van te profiteren. Het is een simpel gerecht met eerlijke producten van bij ons. Colruyt Collect & Go leert me dat de Belgische asperges aan € 5,99 per kg staan, voor de prijs van het handjevol garnalen moet je het bovendien ook niet laten.
En toch had ik de indruk dat we die avond royaal gegeten hadden. Lag het aan het feit dat we een maaltijd hadden genuttigd met een naam en een bijhorend recept? Want geef nu toe, worst met appelmoes, de naam en het gebrek aan een recept lijken mij toch soms Vlaamser dan ‘Asperges à la Flamande’. Bovendien gaven bepaalde mensen me de indruk dat ik voor een doorsnee weekdag overdreven had. Weekend-eten, zoals kip aan het spit of konijn met pruimen. Enkel goed voor de zondagmiddag, met voorkeur bereid door de grootmoeder van de familie. Want moderne moeders kunnen niet meer koken, althans dat wil men mij doen geloven.
Ook ga je van asperges enorm stinkend pissen. Stinkiepipi om het in kindjestaal te zeggen. Misschien zit daar de Vlaamsheid in: dat aan iets heerlijks en moois, toch altijd een geurtje moet zitten. Dat je denkt dat je alles voor mekaar hebt, om daarna bij de kloten genomen te worden in het kleinste kamertje. Een niet te harden stank als straf voor het genot.
Maar weet je wat ik mij nog het meest van al afvraag? De Vlaamsheid van ‘à la Flamande’, zondageten en stinkiepipi buiten kwestie gelaten.
Zouden ze in Wallonië ook ‘asperges à la Flamande’ eten? Of zouden ze ze gewoon ‘op zijn Vlaams’ serveren?