Brief aan de schepen van cultuur van Stad Harelbeke

Beste

Negenentwintig minuten en geen minuut langer. Negenentwintig minuten lang heeft de vreugde geduurd. Negenentwintig minuten lang waande ik me schrijver, eentje die gelauwerd, gepubliceerd en op handen gedragen zou worden. Negenentwintig minuten lang beeldde ik me in hoe ik de heersende koningen der Vlaamse letteren al van de troon gestoten had. Ik pende ontroerende woorden neer vol hartstocht en verdoken passie en deelde deze pure intimiteit met uw administratie. Negenentwintig minuten lang ben ik er van overtuigd geweest dat zij er oprecht ontroerd van waren, elkaar even bevestigend aan knikten en als het even kon ook een traantje wegpinkten, al was het maar een kleintje.

Niets is minder waar. Na negenentwintig minuten pure euforie, kwamen de woorden die een symbolisch wig door mijn schrijvershart boorden:

Beste,
Onderstaande mail werd u per vergissing toegestuurd.
Hierbij sturen wij u de rechtzetting. Wij excuseren ons voor deze vergissing.

Geen greintje sympathie. Droge verontschuldigingen moeten m’n tranen drogen. Mijn pen ligt doelloos naast mij op zoek naar een zin in dit leven. Ik ben een gebroken man. Meer kan ik niet zeggen. Niet gelauwerd, noch gepubliceerd. Zelfs een troostprijs kan mijn poëzie niet krijgen, noch troost kon ze brengen.

Gelukkig hebt u nog enkele weken tijd voor de finale uitreiking. Tijd om uw fouten recht te zetten en de pracht van mijn schrijven in te zien. Tijd om de brokken te lijmen. Ik beloof u dat ik het sportief zal opnemen en er met niemand een woord over rep. Over sommige dingen moet niet gepraat worden, fairplay van mijn kant heet dat.

Met de meeste hoogachting en de nodige korrels zout van een toch ietwat groen lachende ik.

Jurgen Holvoet