Punt

Ik maak m’n zinnen complexer dan het zou mogen. Zo gaat het ook met m’n leven. Achter m’n zinnen zet ik punten, achter het leven gelukkig niet. Soms wel eens een uitroepteken, maar vaak ook een vraagteken. Soms combineer ik beide, maar die onmacht en chaos probeer ik te vermijden.

Ik blink uit in werkwoorden, maar verwerk amper de woorden zoals het hoort. Ik verwoord ook minder en minder het werk die het allemaal behoeft.

Ik maak m’n leven complexer dan het zou mogen. Zo gaat het ook met m’n zinnen. Gelukkig zet ik op tijd en stond een punt.

Punt

Het was reeds duister
Toen hij de deur
Achter zich
Dichttrok
De sterrenhemel
Wikkelde hij
Om zich heen
Als een soort
Lappendeken
Dat noch raad
Noch warmte bracht
Slenterend door
De lege stad
Zette hij
Voet voor voet
Een stap
In het ongewisse