Brief aan mijn zoon (10)

Dag Raf

Het lijkt al weer een eeuwigheid geleden, maar dat is het helemaal niet. Ook al maak je grote sprongen voorwaarts, we zijn nog maar enkele maanden ver in je prille leven. Een echte ontdekkingstocht is het al voor je geweest. Gisteren nog, je eerste bloedende vinger. Gehuil. Je eerste pleister op diezelfde vinger. Fascinatie. Je eerste ziekenhuisbezoek, enkele weken terug. Tranen. Je eerste dag terug thuis. Geschater. De eerste keer op je buik rollen. Verwondering. Het allemaal toch wat lastig vinden. Gehuil. De eerste keer ‘kiekeboe’ horen. Schrikken. De tweede keer ‘kiekeboe’. Gieren. Je doorgaat een rollercoaster van emoties en neemt ons mee. Van 0 tot 100 in geen seconden.

Je zorgenloos leventje werkt helend voor al wie zich bekommert in het dagdagelijkse, mezelf incluis. Door je blik zet je de wereld stil en telt maar één ding. Dansen! Lachen! Zingen! Het is feest als jij er bent. It’s my party and I cry if I want to. Dat natuurlijk ook.

Gisteren was je in een oogwenk van je speelmat af. Geen kat die begrijpt hoe je het deed. Zou je dan echt al kruipen? Als je het al deed, dan was het achteruit. Je bent nog jong en beseft niet dat deze achteruitgang voor jou een grote vooruitgang was. Woordspelingen die er niet toe doen. Vooruitgang van het leven, achteruitgang van onze rust. Van kruipen komt rechtop staan, komt wandelen en lopen. Voor we het weten wil je een brommer en kom je met je eerste lief thuis. Ik word nog grijs voor ik er erg in heb.

Doe maar rustig, zei een winkeldame gisteren tegen mij. Ik geloof dat ze gelijk had.

Groeten
Padre