Bescheten commissies

Terwijl ik fecaliën producerend, de Goedele van deze maand ter hand, een artikel over scatologie lees, bedenkt mijn brein wat voor zieke geesten deze wereld herbergt. Ook ik geniet er van om mijn zaakje te dumpen, maar laat het dan even zijn waar het hoort. Hoe liefdevol kan het zijn om in iemands bek te schijten, ik vraag het me werkelijk af. Nu goed, we moeten elkaar maar lekker laten doen wat we graag doen. Ook ik heb mijn kanten waar anderen van denken: ‘Nou, tjah, wel, euhm, allez…’

Het zal me in dat opzicht ook worst wezen wat het gepeupel van me denkt, laat staan dat ik het me zou aantrekken dat ze er infantiele verzinsels rond opbouwen en de wereld insturen. Wel moet ik zeggen dat ik deze mensen een kans wil geven. Een kans om hun ideeën met me te delen, zodat ik deze fantasieën kan weerleggen, of ze bevestigen, wat uiteraard ook kan. Een hoekje min of meer kan ik wel missen en doe ik soms ook: ik ben dan ook de laatste om de eerste steen te gooien, maar laat me dan wel de eerste zijn om de laatste steen te gooien.

Alles bij elkaar zijn deze wezens ook de slechtste niet: het mankeert hen slechts aan logisch en gezond verstand, aan de kennis om hun eigen veters te knopen en aan de kunde om een A4’tje vol te schrijven zonder taalfouten. Ze zijn dan ook makkelijk te herkennen: sportschoenen in allerhande geuren en kleuren met een velcrosluiting, bij keren te veel metaal door hun hoofd en zelf soms kapsels waarvan een doorsnee punker denkt: Wel, nu moet je ook niet gaan overdrijven! Als ze gehaast zijn, zou hen wel eens durven overkomen dat ze nog een stukje stront tussen de tanden hebben zitten, want ze houden er doorgaans ook vreemde hobby’s op na. Uiteraard veroordeel ik hier niemand, maar ik prefereer mijn tijdverdrijf in omstandigheden waar ik geen plastieken zeilen op de vloer moet leggen en mijn huis niet geurt als een paardenstal na afloop.
Zelf is mijn verbeelding wel zo ruim om te kunnen inbeelden dat bij spetterpoep het schoonmaken net dat ietsje vlugger gaat: met een trekker kap je natuurlijk dat hele zooitje gewoon het trottoir op, waar de buren er ook nog mee van kunnen genieten. Vredelievendheid alom.

Mij kan veel verweten worden. Dat ik alles ben wat mooi en lelijk is op deze aardschijf, dat ik soms te arrogant ben, dat ik vaak moet leren mijn mond houden en dat ik van tijd tot tijd wel zaken doe die ik nu liever niet in de mond neem. Dat wel.
Maar laat ons eerlijk zijn, ik draag normalere schoenen, mijn kapsel mag gezien worden, ik ben allergisch aan ijzer (behalve in spinazie), kan bij leven en welzijn schrijven zonder opmerkelijke taalfouten en god lieve deugd: ik sta recht na het ontlasten, groet mijn bruine vriend nog even vaarwel en spoel hem helemaal door.
Alles op zijn tijd en plaats.
Bij leven en welzijn.