Carla

Vorige week werd ik in mijn gat gepakt. Nu ja, niet ik, maar mijn wagen. En wie mij achterbumper kent, weet dat de aanrijder het onderspit moest delven. Ik rij namelijk met een Volkswagen. Niet zomaar een Volkswagen, maar een Volkswagen Transporter van het jaar ’87. Een T3 in de volksmond. Of ook wel ‘camionette’ genoemd. Het is een oude bestelwagen, of liever ‘ze’ is oud. Want mijn wagen is vrouwelijk. Ze heeft zelfs een naam. Carla.
Carla is geen wagen zoals alle andere. Ze heeft een verhaal, een historie. Elke deuk in haar roestige carrosserie vertelt een verhaal. Van die keer dat ze bij het parkeren iets te vlot de parkeerplaats inreed. Of van die keer dat ik mijn draai iets te kort inschatte. Ze heeft charme, gordijntjes, een ingebouwd bed en de motor achteraan. Gelijkenissen met Porsche, kwaliteitskenmerken.
Maar het gaat niet altijd even goed met haar. Ze is een dame op leeftijd met alle kwaaltjes van doen. Ze kan best tegen een stootje, dat wel, maar een mens probeert het toch te vermijden. Vorige week lag echter niet in mijn handen. In haar gat gepakt dus. Door een kerel die Dieter heet en in een equivalent van een koekendoos op wielen reed. Hij gaf me zijn telefoonnummer maar ik vrees dat een tweede date er niet zal in zitten, Dieter. Mijn Carla is een klassedame die zich niet in haar gat laat pakken. Toch niet bij een eerste kennismaking. Gelukkig maar.