Begluurd

Wij hebben twee toiletten. Het is een luxe als een ander. Iedereen heeft tegenwoordig twee toiletten: eentje boven en als het ook even kan, eentje beneden. Een gastentoilet zeg maar.

Meestal is het ook zo dat het gastentoilet het toilet is dat voorzien is van alle nodige tierlantijntjes: klein lavabootje waar je je handen wassen kan want toiletpapier is niet altijd even dik, hangertje met handdoekje want met natte handen denkt iedereen dat je op je handen piste en een schattig maar o zo nuttig vuilnisbakje voor al wat je niet doorspoelen kan. De tweede pot is de pot die zich in de badkamer bevindt: schijten naast je bad, ik heb het altijd al een vreemde bezigheid gevonden. Nu zij het zo en is het ingeburgerd als de pest. Enkel indien je je van plaats vergist, zit je met de gebakken peren. Een opmerking die spreekwoordelijk van de pot gerukt is.

Bij ons is het ook zo dat we een warm en een koud toilet hebben. Ons gastentoilet is blijkbaar niet voorzien van de vloerverwarming die overal elders wel te vinden is. Het is ook zo dat de winterdagen voor de deur staan, zoniet al aanwezig zijn en ik dus ons warme toilet verkies. Een toilet dat zich in de badkamer bevindt: naast ons bad en niets iets verder van onze douche af. Missen is mogelijk, maar vermijdbaar. Ook is dat toilet voorzien van een groot schuifraam en een klein terrasje. Een zeer leuke extraatje voor een badkamer, maar toch een tikkeltje vreemd als je op de pot zit. Je geniet er van een mooi uitzicht, kijkt over verschillende daken heen en ziet de vogeltjes welgezind door de lucht fladderen.

De dagen worden korter, dus gebeurt het wel eens dat ik bij het vallen van de nacht mijn teergeliefde warme toilet opzoek. Wel zie je dan geen reet. Enkel de nacht die gevallen is, daar in mijn warme toilet met zijn veel te grote raam. Dan zie je de straatverlichting van het kleine wegje dat achter ons huis loopt, de lichten op de slaapkamers in het dorp en de sterren die fonkelen aan de hemel. Een mooi tafereeltje, rustig op die pot van ons.

Maar één vraag komt telkens terug in mijn hoofd: zouden ze me hier zien zitten? Als ik hen zie, zien zij mij dan ook? Zit ik hier niet in een grote lichtbak in de duisternis van de nacht mijn gevoeg te doen? Vraagt die achterbuur zich niet af of ik aan chronische diaree lijdt omdat ik hier weeral zo lang zit. Want ik neem er mijn tijd voor, echt waar.

Het is daarom dat ik als ik rechtsta, mijn broek van mijn enkels weer omhoog trek, ik heel even blijf staan. De duisternis inkijk, buig en zwaai naar mijn onzichtbare publiek. Hopelijk hebt u er van genoten, van mijn grimassen bij het boetseren van een bruine vriend, van mijn opluchtingen bij verlossingen of van mijn concerto’s in mijn akoestische pot.
Morgen ben ik er terug, lieve fans.

Zelfde tijd, zelfde plaats.

Zorgen

Ik maak me zorgen. Zorgen om haar. Zorgen om mezelf.

Ik maak me zorgen om mensen die hun kinderen geen gordel omdoen in hun kinderzitje in de wagen. Ik maak me zorgen om de hevige regenval en of het allemaal wel nog normaal is. Ik maak me zorgen of ik niet een dag wakker zal worden en doof zal zijn en nooit meer muziek zal kunnen horen. Nooit meer het engelengezang van zingende engelen, nooit meer haar lieve woordjes die ze fluistert in mijn oor als ze wakker wordt. Ik heb honger. Ik ook, maar nu nog even niet. Nog vijf minuutjes.

Ik maak me zorgen dat die vijf minuutjes ooit een eeuwigheid worden en ik nooit meer wakker word. Nooit meer de dingen zal zien zoals ze zijn of nooit meer de zorgen krijg die ik verdien. Ik maak me zorgen dat ik wakker wordt en dat ze niet naast me ligt. Niet weg als: ‘Ik sta al op en ga koffie maken’, maar weg weg. Zoals in niet meer hier of nooit bestaan.

Ik maak me zorgen dat ik op een dag op straat sta, geen nagel om aan mijn gat te krabben of armen te kort om de jeuk te lijf te gaan. Ik maak me zorgen dat die dag ook mijn zicht, mijn smaak, mijn gevoel zal wegzijn. Weggezogen uit het leven. Dat ik er alleen voor sta of dat ik ik niet meer ben wie ik ben.

It takes a worried man to sing a worried song.
He is worried now, but he won’t be worried long.

[Paolo Nutini – Worried man]

Ik maak me bovendien ook zorgen dat ik op een dag de wereld aankijk vol inspiratie, maar geen plaats vind om mijn ei kwijt te kunnen. Dat ik een opgekropt vat vol onnuttige info word en mensen lastig val met idiote weetjes. Wist je dat een kater weerhaken op zijn penis heeft? Ja, dat wist ik. Ik ook, maar wou het je maar even zeggen.

‘Maak je toch geen zorgen,’ fluistert ze zacht.
Ze heeft gelijk.
Mijn meisje.

Copy en keuzes

Dat copy schrijven in een vreemde taal geen sinecure is, behoeft geen verdere uitleg. Wat doe je dan? Je speelt met wat beelden en een idee. Je haalt even de mosterd bij Abraham en vindt vooral het warm water niet opnieuw uit. Ook spreek je wat Franstaligen aan en laat hen ook hun zegje doen. Dit geheel roer je door elkaar en je zorgt ervoor dat het allemaal een beetje bij het basisidee blijft.

Dit is het resultaat:

La force

d’une multinationale

alliée à la flexibilité

d’une société familiale.

Rejoignez

les leaders du bowling

sportif et loisir.

Uiteraard zijn we niet direct tevreden en lijkt de eerste versie ons een beetje te braaf en vooral ook te weinig poëtisch. Ja, we houden van poëzie. Daarom doen we nog eens de schrijfoefening opnieuw. Nog minder evident, maar eveneens halen we weer wat mosterd bij Abraham. Zolang die lieve ziel er heeft, moeten we er van profiteren! Resultaat nummer twee:

La force du multinational.

La proximité du société.

Profitez

de la puissance

bowling

avec ceux

qui ont

creé le sport.

Het geheel wordt op het beeld geplaatst en beide alternatieven worden aangeboden aan diegene die de eindbeslissing neemt. Definitieve keuze werd nummer 1. Echt warm werd ik er niet van, maar misschien ben ik dan ook te weinig Frans. Het moet gezegd worden: copy in een andere taal, voor een ‘vreemde’ markt. Het is geen sinecure.

Gelukkig hebben we die Abraham nog!

ReThinking Marketing

Picture by Steven Van Belleghem

Dankzij Belgian Cowboys was ik gisteren te gast bij ReThinking Marketing, een marketingcongres in de gebouwen van Studio 100,  georganiseerd door Stiching Marketing en Lannoo Campus.

Een boekenvoorstelling, maar dan ook helemaal niet. Vijf sprekers met kennis van zaken kwamen er ‘De laatste show’-gewijs hun visie geven over vijf cases, vijf uitdagingen voor hedendaagse marketeers. Een goed ingerichte zaal, twee sofa’s, een handvol schermen, een handvol sprekers en een moderator die het hele zootje mooi aan elkaar ratelde.

De aanwezige sprekers waren Geert Stox, Marc Van de Perre, Rudy Moenaert, Fons Van Dyck & Steven Van Belleghem.

De luierik in mezelf maakt hier geen volledig samenhangende tekst van, u krijgt wel een samenvatting van mijn krabbels tijdens dit congres: opmerkingen, quotes, vragen, … Kortom: stof tot nadenken!

Case 1 – Toyota Prius: Wat als het fout gaat?

  • Marketing is bouwen aan duurzame business.
  • Het gaat niet om de grootte van uw merk, het gaat om de sterkte van uw merk.
  • Marketing bestaat uit te veel testosteron, er is nood aan meer vrouwen onder de marketeers
  • Groei om de groei, is de ideologie van de kankercel
  • De vernieuwing van het GAP-logo werd crap, bij gebrek aan visie.
  • Implementeer uw storytelling holistisch.
  • Big windows keep the house clean! Transparantie binnen uw onderneming, zorgt voor minder fouten.

Case 2 – Inbev – Anheuser Busch: Een overname door een buitenlander, wat nu?

  • Think globally, act locally.
  • Eigenheid is belangrijk en dit wordt ook liefst behouden: Budweiser was Amerikaans en wou dit ook graag blijven. Behoud dus de nabijheid van merken!
  • Colruyt promoot sinds enkele jaren Belgische producten, idem met Danone met Bel-Origine label.
  • Authenticiteit gaat gepaard met identiteit en vakmanschap.
  • Enquête onder jongeren toont aan dat zij Leffe authentieker vinden dan Orval. Alles draait om perceptie, dus zorg dat uw verhaal klopt.
  • Het verhaal van de Lotus Speculoospasta toont aan dat consumenten willen meedenken met merken. Het gaat tenslotte om ‘hun’ merk.
  • Voer geen wijzigingen door overnight, denkende dat uw consument dit zomaar pikt. Betrek hen dus ook!

Case 3 – iPad Launch: Hoe moeten we omgaan met nieuwe technologie?

  • Mobiel internet zorgt voor een betere wereld: impulsieve real-time feedback zorgt ervoor dat bedrijven genoodzaakt zijn hun transparantie en service moeten verhogen.
  • Consument betaald voor een stuk mee de marketing aan de hand van betalende apps.
  • Mobile CRM-systemen komen er aan.
  • We zullen worden geconfronteerd met veranderende businessmodellen.
  • 80 % van de gebruikers van Facebook kan het eigenlijk niet schelen dat hun gegevens worden gebruikt voor commerciële doeleinden.
  • Facebook wordt een internet op zich.
  • Social Media draait er vooral om welke input fans kunnen creëren voor uw merk?
  • Belangrijk in dit alles is personal value voor de consument.
  • Bedrijven hebben nog te oude marketeers. Geef jonge marketeers ook beslissingsbevoegdheid: zij kunnen immers beslissingen nemen over technologieën die ze door en door kennen.

Case 4 – BP: Tijd om verantwoordelijkheid op te nemen.

  • Weinig respect voor ‘I want my life back’. Verantwoordelijkheid moet opgenomen worden!
  • Authenticiteit wordt integriteit
  • Bevestiging dat ‘Technologie is onfeilbaar’ een mythe is. Er dient rekening gehouden worden met de menselijke factor.
  • We maken deel uit van een ‘sorry’-cultuur.
  • Waar begint en eindigt de verantwoordelijkheid van betrokken partijen? Corporate governance is ook het voeren van een ethische politiek.
  • Indien markleider een fout maakt, maakt hij fout voor de hele sector en draagt daar ook de verantwoordelijkheid voor.

Case 5 – American Blue Tip: Mis- of verleiden?

  • Waar ligt grens tussen verleiden en misleiden?
  • Zijn we de pijl van Activia nog niet beu gezien?
  • Gezondheidsclaims boeten in aan geloofwaardigheid: ‘Wat je ook zegt, ik kan het bewijzen’
  • Twee vragen dienen gesteld te worden: “Werkt het echt? “ en “Gelooft de consument het ook?”
  • Gouden Windei in Nederland zorgt er voor dat discussie rond ongeloofwaardige advertising losbarst: Alles draait hier terug om perceptie.
  • Gebruikt de consument Yakult door schuldgevoel omdat ze anders een te ongezonde levensstijl hebben?
  • Over-informatie zorgt ervoor dat de consument het uiteindelijk allemaal niet meer weet. Hij beslist dan naar eigen goeddunken of beslist zelfs helemaal niet meer!
  • Over-reglementering geldt voor bedrijven terwijl iedere nitwit een blog kan openen en desinformatie kan verspreiden.

 

Dat we als afsluiter van elke gastspreker een boek mee naar huis kregen, kunnen we alleen maar toejuichen. Geslaagd concept, geslaagde middag, interessante visies, interessante mensen. Indien Lannoo de volgende keer ook een leukere ondersteunende powerpoint voorziet, dan krijgen ze van mij nog een dikkere pluim dan ze nu al krijgen!

 

Videofoon

Na een zachte zoen trekt ze de deur achter zich dicht en gaat ze de trap af. Een gebeuren waarmee ze mij alleen achter laat in een appartement dat plots groter lijkt te zijn dan ik het had durven denken. Ik steek nog even de videofoon aan waardoor ik ze in een vlucht nog even zie voorbijlopen en ruik gelijk haar zachte zeemzoete geur, die zich als een recente herinnering in mijn neus nestelde.

In de zetel zit ik, samen met de kat, die zacht haar kopje op mijn schoot te rusten legt. Ik heb zin in koffie maar kan het harig monstertje toch niet uit haar slaap wekken. Ze is zo lief meneer. Ik adem nog even diep in en ruik de Miss Dior die zich om haar lichaam wentelde, speels door de lucht fladderde en stiekem via mijn neus zich een plaatsje in mijn lijf toe-eigende. Haar geur is hier. Hier in deze zetel, waar ze gisteren zo lief lag te slapen. Maar ook hier, in mijn neus, mijn lijf, mijn kop, mijn brein. Een geur die ik nooit vergeten kan en zal. Schoonheid uit een flesje, ik zal ze herkennen. Altijd en overal.

Ik heb het gehad met zitten en schuif de kat zacht opzij. Koffie wil ik en koffie zal ik. Terwijl ik koffie zet, volgt de kat me trouw richting de keuken. Aan het venster kijkt ze hoe enkele politieagenten hun combi parkeren en boetes beginnen uit te schrijven. Hier wordt niet geparkeerd, want koersen zullen wij. Vlaanderen vakantieland. Vlaanderen fietsland. Amen.

Ik duw Monza in het grijze cd-spelertje dat sinds enkele weken zijn vaste plaats heeft op het salontafeltje in de keuken. Structuur hebben wij. Stijn Meuris kweelt over naïviteit en het loslaten van God. Ik geloof niet na vandaag, want er was ook niets. De ogen van Jenny doen me denken aan de ogen van haar en ik stap vlug op de videofoon af. Een korte duw op de knop confronteert me met wat geparkeerde auto’s, maar geen beeld van haar. Ze trok de deur achter zich dicht. Het beeld op het kleine zwart-wit schermpje flitst uit en ik sluit mijn ogen. In gedachten streel ik haar wang, streel ik haar door haar haren en kijk ik in haar ogen. Die ogen die me ontleden in alles wat ik doe, die ogen van haar die stralen als ze mij gek ziet doen. Die ogen die duidelijk laten merken als ik over grenzen ga. Die oogjes waar je duidelijk ziet dat ze moetjes is. Slapie doen. Ja, inderdaad, straks, maar nu even nog niet, laat me nog even kijken, ruiken, voelen, zijn.

De koffie is lekker, maar niet zo lekker als ik zou willen. Mannen in fluo-jasjes wijzen verloren gereden bestuurders de weg. Zonder GPS is het leven sowieso spannender. Ik rij graag verloren, maar dan echt hopeloos verloren. De weg zonder doel, maar een reis om de reis zelf. Wegen verkennen waar geen mens ooit kwam en waar de lokale bevolking vreemd kijkt, als ik rondtuf door hun straten en wegen.

Een auto vertraagt. Zou ze er al terug zijn? Ik stommel door de woonkamer en duw het knopje van de videofoon zacht in. Het beeld vormt zich aarzelend. Het enige wat ik zie zijn nog enkele geparkeerde auto in de straat. Enkele, niet veel meer. Jan met de kepie voert zijn job naar behoren uit. Zijn oversten zullen tevreden zijn, zijn medemens zal hem een lul vinden. Het zijn zotten die werken, en dat op zaterdag. Vlaanderen boven.

Terug in de keuken zie ik gehakte peterselie staan. Hij vergezelt een kookboek waar ze deze morgen stiekem in zat te bladeren. De liefde van de man gaat door de maag. Alleszins door die van mij. God zij gezegend. Vlaanderen Bourgondisch. Ik hoor een sirene en ga met mijn kop koffie aan het raam staan. Een dikke agent kruipt uit zijn wagen en laat zijn sirene aanstaan. Nog één foutgeparkeerde wagen in de hele straat. Maar geen eigenaar te bespeuren. De agent kijkt op en ziet mij staan. Zeker denkt hij dat het vehikel voor de deur er eentje van mij is. Niets van. Glunderend kijk ik hem aan en blijf koffie slurpen. Lul.
Ik vervang Meuris door Cobain. Beter uitbranden dan wegkwijnen, denk ik bij mezelf. De agent geeft het op, kruipt in zijn witte Volkswagen Passat en druipt af. Twee minuten later wordt de wagen verplaatst door de eigenaar. Victorie. Vlaanderen Politiestaat.

In de keuken staar ik voor me uit, slurpend aan koffie. Staren. Slurpen. Staren en slurpen. En nog meer staren en nog meer slurpen. Zou ze? Misschien. Of is het nog te vroeg? De videofoon vertelt me niets meer, maar wel een stuk minder. Een lege straat en Dos Cervezas, gevolgd door een handvol wielrijders. God hebbe hun ziel, de brave poginkjes tot Flandrien. Gestommel in de gang. Voetstappen op de trap. Dan toch? Ik doe alsof er niets aan de hand is, maar net als de kat zou ik haar om het lijf willen vliegen. Ze sukkelt met zakken die ze neerploft op de keukentafel. Ik volg haar, kus haar zacht in de nek en fluister: Ik zie je graag.

Zij mij ook. Ze brengt me zichzelf. En de boodschappen.

Haar beste vriend

Ze had die avond weer te veel gedronken en met haar zwoele lippen probeerde ze menig man te kussen. Ik stond er als vanouds weer bij en keek er naar. Ze had me tot beste vriend gedoopt en met deze titel stond ik net iets nuchterder aan haar zijde. Want goed als ik was, zorgde ik voor haar. Dat is wat beste vrienden doen. De sangria en witte wijn vloeide die avond rijkelijk, maar ik wist niet zeker in welke richting. Stroomafwaarts zou men denken, vandaar dat ik ook geregeld een sanitaire stop inlaste. Zo ben je tenminste zeker van je stuk en bega je geen genante ongelukjes.

We dronken dat het een lieve lust was: alles waar we onze handen aan konden krijgen, zetten we aan onze lippen. Zij aan haar rode zwoele exemplaren, ik aan die van mij. Ik keek haar aan terwijl ze glas na glas verzette en dacht bij mezelf dat ik eigenlijk wel heel vereerd was geweest met de titel ‘Mijn beste vriend’. Het had me op dat moment zelfs wat schaamrood op de wangen getoverd en een klein traantje baande zich toen een weg naar buiten, maar door middel van een kort handgebaar had ik het mooi afgewimpeld en terstond mijn stoere mannelijkheid behouden. Echte mannen huilen niet, zo schijnt de fabel te vertellen.

Samen zouden we die nacht nog doorbrengen, glaasje na glaasje, danspasje na danspasje, zwoele kus na zwoele kus. Zij daar, ik hier, aan haar zijde maar toch niet helemaal, kijkend, zorgend en er naar uitzien dat ze toch geen domme stoten uithaalde. Dat schijn je nu eenmaal te doen als beste vriend. Want menig mannenlip of ongeschoren kaak werd gekust. En ik stond erbij en keek er naar, stiekem wensend dat ze mij die avond ook niet zou vergeten.

Vele mensen worden zat, stomdronken, gewelddadig of geil na rijkelijk alcoholmisbruik. Zij niet, ze had nood aan liefde en schreeuwde het ook uit. Zie mij graag, weerklonk het boven het helse kabaal van wat mensen tegenwoordig muziek noemen. Ik was meegegaan met haar, omdat ik haar beste vriend was. Dat schijn je nu eenmaal te doen. Die avond wou ik haar graag zien, maar dat zou de grenzen van een beste vriendschap overschrijden en dat schijn je dan niet te mogen doen. De grenzen van het menselijke samenleven zijn duidelijk afgebakend en hoor je niet te overschrijden. Doe je het wel dan zijn de gevolgen niet om aan te zien.

Voor mij liep de avond op zijn einde en na een laatste glas spoorde ik haar aan mij te volgen. Doorgaans kan het me niet schelen wat mensen doen, maar haar had ik die avond graag veilig zien thuiskomen. Veilig en alleen, waar geen mannelijk hormoon van haar jonge vrouwelijkheid misbruik zou kunnen maken. Want drank in de man, wijsheid in de kan. Er bestaat geen vrouwelijke versie van dit spreekwoord, omdat het toch nooit te rijmen valt.

Die avond stak ik haar fiets in de koffer van mijn wagen en bracht haar naar huis. Straatje na straatje, minuut na minuut, een gezellig samenzijn dat langzaam maar zeker op zijn einde liep. Ik parkeerde mijn wagen voor haar deur en prutste heel voorzichtig, doch veel te luidruchtig op dit uur haar fiets uit de wagen. Zij stond een beetje vermoeid en verdwaasd op het trottoir me aan te staren met een stiekeme glimlach op die lippen van haar. Toen ik dichterbij kwam, de moed bijeen raapte en haar een goedenacht wou kussen, liep ze naar binnen.

Ik was haar achterna gelopen en even later hield ik haar haar uit de toiletpot, terwijl zij haar maaginhoud nog eens begroette. Ik was haar beste vriend en die nacht zou daar geen verandering in komen.

Bescheten commissies

Terwijl ik fecaliën producerend, de Goedele van deze maand ter hand, een artikel over scatologie lees, bedenkt mijn brein wat voor zieke geesten deze wereld herbergt. Ook ik geniet er van om mijn zaakje te dumpen, maar laat het dan even zijn waar het hoort. Hoe liefdevol kan het zijn om in iemands bek te schijten, ik vraag het me werkelijk af. Nu goed, we moeten elkaar maar lekker laten doen wat we graag doen. Ook ik heb mijn kanten waar anderen van denken: ‘Nou, tjah, wel, euhm, allez…’

Het zal me in dat opzicht ook worst wezen wat het gepeupel van me denkt, laat staan dat ik het me zou aantrekken dat ze er infantiele verzinsels rond opbouwen en de wereld insturen. Wel moet ik zeggen dat ik deze mensen een kans wil geven. Een kans om hun ideeën met me te delen, zodat ik deze fantasieën kan weerleggen, of ze bevestigen, wat uiteraard ook kan. Een hoekje min of meer kan ik wel missen en doe ik soms ook: ik ben dan ook de laatste om de eerste steen te gooien, maar laat me dan wel de eerste zijn om de laatste steen te gooien.

Alles bij elkaar zijn deze wezens ook de slechtste niet: het mankeert hen slechts aan logisch en gezond verstand, aan de kennis om hun eigen veters te knopen en aan de kunde om een A4’tje vol te schrijven zonder taalfouten. Ze zijn dan ook makkelijk te herkennen: sportschoenen in allerhande geuren en kleuren met een velcrosluiting, bij keren te veel metaal door hun hoofd en zelf soms kapsels waarvan een doorsnee punker denkt: Wel, nu moet je ook niet gaan overdrijven! Als ze gehaast zijn, zou hen wel eens durven overkomen dat ze nog een stukje stront tussen de tanden hebben zitten, want ze houden er doorgaans ook vreemde hobby’s op na. Uiteraard veroordeel ik hier niemand, maar ik prefereer mijn tijdverdrijf in omstandigheden waar ik geen plastieken zeilen op de vloer moet leggen en mijn huis niet geurt als een paardenstal na afloop.
Zelf is mijn verbeelding wel zo ruim om te kunnen inbeelden dat bij spetterpoep het schoonmaken net dat ietsje vlugger gaat: met een trekker kap je natuurlijk dat hele zooitje gewoon het trottoir op, waar de buren er ook nog mee van kunnen genieten. Vredelievendheid alom.

Mij kan veel verweten worden. Dat ik alles ben wat mooi en lelijk is op deze aardschijf, dat ik soms te arrogant ben, dat ik vaak moet leren mijn mond houden en dat ik van tijd tot tijd wel zaken doe die ik nu liever niet in de mond neem. Dat wel.
Maar laat ons eerlijk zijn, ik draag normalere schoenen, mijn kapsel mag gezien worden, ik ben allergisch aan ijzer (behalve in spinazie), kan bij leven en welzijn schrijven zonder opmerkelijke taalfouten en god lieve deugd: ik sta recht na het ontlasten, groet mijn bruine vriend nog even vaarwel en spoel hem helemaal door.
Alles op zijn tijd en plaats.
Bij leven en welzijn.