Brief aan Jan Kooijman

Hallo Jan

Wat zei je dat gisteren mooi in So You Think You Can Dance: dat je ontroerd was van de kijkcijfers, dat zoveel mensen naar dans keken. Dat waar jij je hele leven voor geijverd hebt, eindelijk in de spotlight. Je nodigde ons dan ook uit naar de theaters, daar waar ook aan dans gedaan wordt, zij het ver weg van het oog van het grote publiek.
Een nobele queeste, Jan, een heel nobele queeste.

Maar ik denk niet dat het lukt, ik denk echt niet dat we de komende maanden theaters zullen laten vollopen voor dans. De dansgekte zal zich hooguit laten voelen in de lokale dansscholen, en dan nog…

Wat zouden we bovendien in die theaters gaan doen, Jan? Daar waar An Lemmens beide argumenten niet present zijn? Daar waar we geen onder oksel spuitende deo’s kunnen waarnemen en daar waar er geen gesponsorde No Sweat Room is?
Volgens mij zweten echte dansers heel veel, zonder een deo in de buurt maar met des te veel meer overgave. Bovendien zijn de emoties die de dansers op toneel brengen vaak duizenden keren echter dan hetgeen we zien in de bindfilmpjes en de gemaakte diepte-interviews op tv. Maar daar is het ons op zondagavond wel om te doen: menselijke ruzies, gehuil van gestresseerde dansers, de semi-naakte kronkelende lijven en welke relaties daar eventueel kunnen openbloeien.

Bovendien Jan, ik zou de jury in dat theater missen: jouw verzoenende woorden, de intelligente blik van Marco en de engelenstem van Euvgenia. Maar laten we Dan vooral niet vergeten, want Dan spreekt Engels.

Bedankt voor je uitnodiging Jan, ik denk er even over na en laat je wel nog iets weten!

Tot later
Jurgen